Licentor

Octrooi aanvragen

Blog

Wel of niet octrooieren?

Wij hebben regelmatig contact met bedrijven uit het MKB die vernieuwende technologieën of producten hebben ontwikkeld. Op de vraag of zij voor hun technologie of product octrooi hebben aangevraagd, luidt het antwoord dikwijls dat octrooieren veel te duur is. Daarbij worden dan vaak bedragen genoemd die variëren van enkele tienduizenden euro’s tot twee ton. Met het voor een  vinding in alle relevante landen in de wereld aanvragen van een octrooi, kunnen inderdaad dergelijke bedragen gemoeid zijn.

Veel ondernemers schijnen echter over het hoofd te zien dat er ook een middenweg is tussen een uitgebreide internationale route en het überhaupt niet aanvragen van octrooi.

Waarom niet op zijn minst voor de thuismarkt octrooi aanvragen, voordat er met de nieuwe technologie of het nieuwe product naar buiten wordt getreden? Indien u, zonder eerst een octrooiaanvraag in te dienen, de markt op gaat, is er geen mogelijkheid meer om alsnog een octrooi te verkrijgen.

Als u voor een bescheiden bedrag een Nederlandse octrooiaanvraag kunt laten opstellen en indienen, waarom zou u dan uw concurrenten de ruimte geven om uw vinding ongestraft te kunnen kopiëren?

Bovendien heeft u na indiening van de Nederlandse octrooiaanvraag nog 12 maanden het recht om met prioriteit de internationale octrooiaanvraagroute (de PCT route) op te starten.


De waarde van octrooien

De waarde van een octrooi hangt af van diverse factoren, waaronder de aard van de door het octrooi beschermde vinding, de omvang van de markt voor die vinding, de omvang van de belangrijkste bedrijven die deze markt bedienen, het concurrentievoordeel dat de octrooihouder of een licentienemer dankzij het octrooi kan behalen, de inkomsten die de octrooihouder kan genereren door licenties op het octrooi te verlenen, enz..In de afgelopen jaren is weer duidelijk geworden hoe belangrijk octrooien kunnen zijn voor de waarde van een onderneming. Zo was enkele jaren geleden in het nieuws dat de waarde van de octrooiportefeuille van Kodak werd geschat op $ 3 miljard. In 2011 is Motorola Mobility voor $ 12,5 miljard overgenomen door Google. Financieel analisten hebben ingeschat dat de octrooiportefeuille van Motorola Mobility een waarde heeft die ongeveer gelijk is aan de helft van dit overnamebedrag.

In juli 2011 hebben Apple, Microsoft en een aantal andere partijen de octrooiportefeuille van het failliete Nortel Networks gekocht voor $ 4,5 miljard. Bedrijven in de technologiesector hopen met sterke octrooien belangrijke marktsegmenten te kunnen monopoliseren.

Ook al betreft uw vinding misschien een terrein dat iets minder in de schijnwerpers staat en is het niet reëel een relatie te leggen met bovengenoemde astronomische bedragen, is het toch raadzaam  zorgvuldig met uw vinding om te gaan. U kunt nu voor relatief weinig geld een Nederlandse octrooiaanvraag laten opstellen. Wie weet, is dat het begin van een waardevolle octrooipositie.


Octrooi gerelateerde kosten vooruit schuiven

Stel u hebt een goede vinding die, misschien ook in het buitenland een commercieel succes kan worden. U kunt er dan uiteraard voor kiezen om voor de bescherming van uw vinding direct het buitenland ook mee te nemen in uw octrooiaanvraag. Dat kan bijvoorbeeld door het indienen van een PCT aanvraag. PCT staat voor ‘Patent Cooperation Treaty’ (Verdrag tot samenwerking inzake octrooien). Een PCT aanvraag leidt niet tot een “wereldwijd octrooi”, zoals sommige mensen ten onrechte denken. Een wereldwijd octrooi bestaat niet. Het indienen van een PCT-aanvraag geeft alleen het recht om met voorrang octrooiaanvragen in alle bij de PCT aangesloten landen in te dienen. In plaats van het direct indienen van een PCT aanvraag die, zoals reeds gesteld, als zodanig niet tot een octrooi leidt, adviseren wij u eerst een Nederlandse octrooiaanvraag te laten opstellen en in te dienen. Na indiening van een Nederlandse octrooiaanvraag hebt u gedurende 12 maanden (het zgn. prioriteitsjaar) het recht om met voorrang een PCT aanvraag, een regionale aanvraag en/of nationale aanvragen in individuele landen in te dienen. Het grote voordeel van deze route is het feit dat u uw rechten wereldwijd voor een periode van 12 maanden veilig kunt stellen met de indiening van de Nederlandse octrooiaanvraag waaraan, als u dat door Licentor laat verzorgen, kosten verbonden zijn die slechts circa een kwart bedragen van de gemiddelde kosten voor een PCT aanvraag.

In het prioriteitsjaar kunt u dan gesprekken aangaan met, voor uw vinding relevante. marktpartijen en kunt u inschatten of het zinvol/verantwoord is om verdere kosten te maken voor de indiening van een PCT aanvraag en daaropvolgende regionale en/of nationale octrooiaanvragen.De indiening van de Nederlandse octrooiaanvraag leidt er in ieder geval toe dat u 18 maanden na de indiening van de aanvraag een Nederlands octrooi verkrijgt. Daarmee krijgt u dan ook de mogelijkheid gebruik te maken van de ’Innovatiebox’, de gunstige fiscale regeling met betrekking tot aan geoctrooieerde innovaties toe te schrijven winsten.


Redenen om octrooi aan te vragen

Er zijn vele mogelijke redenen waarom het voor een bedrijf nuttig of nodig kan zijn voor een vinding of nieuwe ontwikkeling een octrooi aan te vragen. De van toepassing zijnde redenen hangen af van de specifieke casus, welke uiteraard in belangrijke mate wordt bepaald door de aard van het bedrijf. Echter, de belangrijkste reden is vrijwel zonder uitzondering het behalen of behouden van een concurrentievoordeel met de daarbij behorende bedrijfseconomische voordelen.

Een aantal van de redenen waarom het voor bedrijven interessant of belangrijk kan zijn om voor nieuwe vindingen een octrooi aan te vragen is hieronder in willekeurige volgorde samengevat.

Beschermen van een sterke marktpositie.

· Versterken van de marktpositie.

· Genereren van nieuwe inkomstenstromen door licentieverlening.

· Versterking van het imago bij investeerders en financiers.

· Octrooien kunnen dienen als zekerheid voor het verkrijgen van leningen.

· Verbetering van een onderhandelingspositie door licentieverlening en het aangaan van joint ventures met betrekking tot de geoctrooieerde materie.

· Positief effect op het innovatieklimaat binnen een onderneming.

Ook voor octrooien geldt: “Beter ermee verlegen, dan erom verlegen”.


Denk aan de Innovatiebox!

Als u een vinding hebt waarmee u geld wilt verdienen, hetzij door de vinding zelf op de markt te brengen of door de vinding uit te licentiëren aan een derde, dan  is de beslissing over het al dan niet aanvragen van een octrooi een zogenaamde ‘no brainer’. Sinds enkele jaren kent Nederland  namelijk de ‘Innovatiebox’. Dit  is een fiscale regeling waarmee de overheid  innovatie in Nederland wil stimuleren. Dankzij deze regeling betaalt u als ondernemer (in een B.V.)  slechts 5% (in plaats van 20% of 25%) vennootschapsbelasting over de winsten die u met innovatieve activiteiten behaalt. Om in aanmerking te komen voor de toepassing van dit speciale tarief moet aan uw innovatieve activiteit tenminste één, verleend, octrooi ten grondslag liggen.

Naast het uit de markt kunnen houden van concurrenten kan een octrooi u nu dus ook een enorm fiscaal voordeel bieden. Wij kunnen ervoor zorgen dat u tegen bescheiden kosten een octrooi krijgt op uw vinding, zodat u met betrekking  tot de winst die u met uw vinding realiseert in aanmerking komt voor de Innovatiebox.

Uw accountant kan u vervolgens helpen bij de, voor toepassing van de innovatiebox, vereiste afstemming met de Belastingdienst.

Innovatie in crisistijden

Veel bedrijven focussen in deze crisistijd op bezuinigingen. Er is niets mis met bezuinigen, maar het biedt meestal slechts een oplossing voor de korte termijn. Je kunt als bedrijf slechts in beperkte mate  bezuinigen zonder dat je door de bezuinigingen omzet gaat inleveren.

Kijken wij naar bedrijven die het in deze tijd bovengemiddeld goed doen, dan valt op dat het dikwijls gaat om organisaties die innovatie hoog in het vaandel hebben. Van de grotere Nederlandse ondernemingen is DSM een mooi voorbeeld van hoe het moet. Ook DSM heeft op diverse fronten bezuinigd. Wat zij echter niet hebben gedaan, is bezuinigen op onderzoek en ontwikkeling. De R&D activiteiten zijn heel bewust buiten alle bezuinigingsrondes gehouden. Daar plukt DSM nu de vruchten van.

Ook al is uw bedrijf (veel) kleiner dan DSM dan kunt u toch een voorbeeld nemen aan het beleid van DSM en uw investeringen in de ontwikkeling van nieuwe producten en/of technologieën niet beperken.

Waar nieuwe producten en/of technologieën worden ontwikkeld, is het meestal verstandig deze goed te beschermen om zodoende de markt voor dat product of die technologie te kunnen monopoliseren. Dat is het moment waarop Licentor u kan helpen door voor u tegen een zeer bescheiden tarief een octrooiaanvraag te verzorgen.

Ook particuliere uitvinders en productontwikkelaars moeten, naar onze mening, niet door de crisis afzien van bescherming van hun goede vindingen. Het, na indiening van een octrooiaanvraag, uitlicentiëren van hun vinding kan voor de particuliere uitvinder of productontwikkelaar zorgen voor extra inkomsten.

Het risico van het niet aanvragen van een octrooi

Het is inherent aan onze activiteiten dat wij regelmatig contact hebben met bedrijven uit het MKB die vernieuwende technologieën of producten hebben ontwikkeld.

Helaas laten MKB bedrijven de mogelijkheid om octrooi aan te vragen op hun uitvindingen nog veel te vaak onbenut. Een belangrijke reden daarvoor is het misverstand dat octrooieren veel te duur is. Daarbij worden dan vaak bedragen genoemd die variëren van enkele tienduizenden euro’s tot zelfs twee ton. Met het voor een vinding in alle relevante landen in de wereld aanvragen van een octrooi, kunnen inderdaad dergelijke bedragen gemoeid zijn.

Veel ondernemers schijnen echter over het hoofd te zien dat er ook een middenweg is tussen zeer uitgebreide internationale bescherming en het überhaupt niet aanvragen van een octrooi.

Waarom niet op zijn minst voor de thuismarkt octrooi aanvragen, voordat er met de nieuwe technologie of het nieuwe product naar buiten wordt getreden? Indien u, zonder eerst een octrooiaanvraag in te dienen, de markt op gaat, is er geen mogelijkheid meer om alsnog een octrooi te verkrijgen.

Als u door Licentor voor een zeer bescheiden bedrag een Nederlandse octrooiaanvraag kunt laten opstellen en indienen, waarom zou u dan uw concurrenten de ruimte geven om uw vinding ongestraft te kunnen kopiëren? Erger nog, waarom zou u het risico willen lopen dat een concurrent octrooi aanvraagt op een vergelijkbare vinding waardoor hij u mogelijkerwijs kan verbieden uw eigen vinding te vermarkten?

Bovendien heeft u na indiening van de Nederlandse octrooiaanvraag nog 12 maanden het recht om met voorrang de internationale octrooiaanvraagroute (de PCT route) op te starten. U koopt met het indienen van een Nederlandse octrooiaanvraag dus tijd om na te denken over uw verdere strategie, terwijl u uw vinding in de tussentijd reeds op de markt kunt brengen.

Recht en alleenrecht

Met een octrooi verkrijgt de aanvrager het alleenrecht op het bedrijfsmatig toepassen van een uitvinding.

Het komt regelmatig voor dat een particuliere uitvinder of een bedrijf aangeeft dat zij geen octrooi aanvragen omdat zij er geen problemen mee hebben dat derden hun uitvinding ongestraft kunnen namaken. Zij kiezen er dus bewust voor de kans voorbij te laten gaan om het alleenrecht te verkrijgen. Ik heb mijn gedachten hierover, maar dit is een keuze die eenieder zelf moet maken en die ik uiteraard respecteer.

Waar ik de uitvinder of het bedrijf in zo’n geval wel altijd op wijs, is het volgende:

Als u een vinding hebt, waarvoor u geen octrooiaanvraag indient, kan het gebeuren dat uw vinding bij een derde (bijvoorbeeld een concurrent) bekend wordt voordat u ermee naar buiten treedt, waarbij die derde wel een octrooiaanvraag indient voor uw vinding. Daarmee verkrijgt die derde (bijvoorbeeld uw concurrent) het alleenrecht om de vinding toe te passen en kan hij u verbieden uw eigen vinding  te produceren en te verkopen.

In deze situatie verliest u, als gevolg van de gemaakte keuze om geen octrooiaanvraag in te dienen en dus het alleenrecht niet te claimen, ook het recht op uw eigen vinding. Dat is vanzelfsprekend erg zuur.

Het gezegde: “beter mee verlegen dan om verlegen” is ook duidelijk van toepassing op octrooien.

Heb ik een prototype nodig om octrooi aan te vragen?

Het korte antwoord daarop is ‘nee’.

Maar het kan vaak wel nuttig zijn een prototype te (laten) maken, voordat u octrooi aanvraagt.

Tijdens het vervaardigen van het prototype kan bijvoorbeeld blijken dat het omzetten van uw idee in een bruikbaar product in de praktijk niet haalbaar zal zijn, althans niet voor de prijs die de doelgroep voor het product zal willen betalen.

Ook is het mogelijk dat u tijdens het vervaardigen van het prototype ontdekt dat het doel van uw uitvinding ook op andere manieren, welke u nog niet had voorzien, kan worden bereikt. Deze inzichten kunnen dan nog worden meegenomen in de octrooiaanvraag.

Bij het beantwoorden van de vraag in de titel van deze post, is het belangrijk altijd een afweging te maken tussen het mogelijke nut van een prototype en de kosten die met de vervaardiging van het prototype gemoeid zijn. Als een prototype naar alle waarschijnlijkheid geen nieuwe kennis of inzichten zal kunnen toevoegen, dan is het besteden van een paar honderd euro aan een prototype in principe al zonde van het geld.

Er zijn daarentegen ook vindingen waarvoor het alleszins verantwoord kan zijn om vóór de indiening van een octrooiaanvraag enkele duizenden euro’s te investeren in een prototype.

Het in stand houden van een octrooi

We horen vaak de opmerking: “Ik heb geen octrooi aangevraagd omdat het zo duur is om een octrooi in stand te houden”. Deze opmerking wordt meestal gemaakt door mensen die hebben ontdekt dat iemand anders ‘hun vinding’ op de markt brengt en zij daar niets tegen kunnen doen, daar zij hun vinding niet hebben beschermd in de veronderstelling dat het in stand houden van een octrooi duur is.

Om u te behoeden voor het maken van deze fout, wil ik kort iets aangeven over de kosten van het in stand houden van een octrooi, de zogenaamde jaartaks of instandhoudingstaks. Na indiening van een octrooiaanvraag hoeft u pas in het vierde jaar, gerekend vanaf de datum van indiening, voor het eerst aan NL Octrooicentrum een instandhoudingstaks te betalen.

De in het vierde jaar voor het eerst te betalen instandhoudingstaks bedraagt EUR 40,--. De instandhoudingstaks wordt hoger naarmate het octrooi ouder is. De taksen voor het vijfde jaar t/m tiende jaar bedragen respectievelijk EUR 100,--, 160,--, 220,--, 280,--, 340,-- en 400,--. Dus gedurende de eerste tien jaar, en pas beginnend in het vierde jaar, vanaf de datum van indiening van uw octrooiaanvraag betaalt u een totaal, geaccumuleerd bedrag van EUR 1.500,-- aan instandhoudingstaksen.

Als uw vinding een commercieel succes wordt, dan vormen de jaartaksen normaliter verwaarloosbare kosten. De jaartaksen lopen verder op van EUR 500,-- in het elfde jaar naar EUR 1.400,-- in het twintigste jaar.

Mocht uw vinding onverhoopt geen succes worden, dan kunt u er met ingang van het vierde jaar elk jaar voor kiezen geen instandhoudingstaks te betalen. NL Octrooicentrum gaat in dat geval niet over tot incasso van de voor dat betreffende jaar verschuldigde taks, maar laat uw octrooirecht vervallen.

Wat is het verschil tussen een octrooi en een patent?

Dit is een vraag die nog steeds regelmatig aan ons wordt gesteld. Het antwoord daarop is eenvoudig. Er is geen verschil. Het zijn twee woorden voor hetzelfde, door de overheid verleende, verbodsrecht. Een octrooi of een patent geeft de houder daarvan het recht om anderen te verbieden de uitvinding waarvoor hij of zij een octrooi/patent heeft te produceren of te verkopen.

Een octrooihouder of patenthouder kan een andere partij door middel van een zogenaamde licentie het recht geven gebruik te maken van zijn/haar geoctrooieerde uitvinding. De vergoeding die deze partij aan de octrooihouder voor de licentie betaalt, wordt meestal aangeduid als royalties of licentievergoeding.

Geheimhouding

Om een houdbaar octrooi te kunnen verkrijgen, moet uw vinding op het tijdstip van indiening van de octrooiaanvraag in ieder geval nieuw zijn. Dat houdt niet alleen in dat er op dat moment nog geen publicaties mogen bestaan waarin uw vinding of een identieke vinding wordt beschreven, maar het houdt ook in dat u uw vinding dan nog niet, zonder een expliciete geheimhoudingsverplichting, aan derden mag hebben geopenbaard.

Het bij u in de straat testen van een prototype van een vinding waarop u nog octrooi wilt aanvragen, is dus geen goed idee. Als de vinding getest moet worden voordat u een octrooiaanvraag kunt laten opstellen, dan moet u dat doen zonder pottenkijkers.

Een voorsprong kopen

Voor sommige uitvindingen wordt het vrij snel duidelijk dat er hoogstwaarschijnlijk geen houdbaar octrooi op zal kunnen worden verkregen. Toch kan het in zulke gevallen soms verstandig zijn voor die uitvinding octrooi aan te vragen, mits de kosten van de octrooiaanvraag in verhouding staan tot het potentieel te behalen voordeel.

Vanaf het tijdstip van indiening van een Nederlandse octrooiaanvraag duurt het 18 maanden voordat het octrooi wordt verleend en gepubliceerd. In die periode weet de concurrentie niet wat er in uw octrooiaanvraag staat. Als uw concurrenten vooral kleinere en middelgrote bedrijven zijn, dan is de kans groot dat zij zich door een ‘patent pending’ vermelding op uw product zullen laten afschrikken en niet het risico zullen nemen vóór de publicatie van uw octrooi een qua uiterlijk en/of functionaliteit op uw product gelijkend product op de markt te brengen. U koopt met de indiening van een octrooiaanvraag in zo’n geval dus een voorsprong van maximaal 18 maanden.

De kans is groot dat zelfs na de publicatie van uw octrooi geen van uw MKB concurrenten of slechts een enkeling binnen deze groep de moeite zal nemen uw octrooi te (laten) bestuderen om in te schatten of uw octrooi houdbaar zal zijn of om te kijken hoe zij uw octrooi kunnen omzeilen.

Het gebruik van octrooien als strategisch instrument is binnen het Nederlandse MKB een nog onderontwikkeld terrein. Doe er uw voordeel mee!


Inventiviteit

Zoals vorige maand reeds is aangegeven, volgen hier een aantal opmerkingen over het begrip ‘inventiviteit’ in relatie tot octrooieerbaarheid.

Een uitvinding is inventief als de uitvinding voor een gemiddeld vakman niet voor de hand liggend is. Onder een gemiddeld vakman wordt hier gedoeld op iemand die alle literatuur op zijn vakgebied kent. Zulke mensen bestaan uiteraard niet. U zult begrijpen dat het op basis van dit criterium dan ook erg moeilijk is tot een objectieve beoordeling van de inventiviteit van een uitvinding te komen.Daarom is er gezocht naar een betere, objectievere, benadering voor het vaststellen van de inventiviteit van een uitvinding. Het Europees Octrooibureau heeft daartoe een methode ontwikkeld die de ‘Problem and Solution Approach’ wordt genoemd. Het voert te ver deze benadering in deze post te bespreken en wij verwijzen dan ook graag naar de betreffende sectie op de site van de European Patent Office (EPO) die via deze link http://www.epo.org/patents/law/legal-texts/html/guiex/e/c_iv_11_7.htm kan worden bekeken.


Nieuwheid

Om in aanmerking te kunnen komen voor een (houdbaar) octrooi, moet een uitvinding nieuw, inventief en industrieel toepasbaar zijn.

Wat de derde eis betreft, kunnen we kort zijn. Het begrip industrieel moet in dit geval zeer ruim worden geïnterpreteerd en de meeste voorwerpen, werkwijzen en stoffen die uitvinders aan ons voorleggen ter beoordeling of de indiening van een octrooiaanvraag zinvol is, voldoen aan deze eis.Om aan de eis van nieuwheid te voldoen, mag de vinding nog nooit, waar dan ook ter wereld, openbaar zijn gemaakt.  Een vinding is openbaar gemaakt als deze zonder een geheimhoudingsverplichting aan derden is medegedeeld of getoond of op een andere wijze bij hen bekend is geworden. Als u bijvoorbeeld uw prototype test op een plaats waar derden die niet tot geheimhouding zijn gebonden dat kunnen zien, dan is er sprake van openbaarmaking. Uw vinding voldoet dan strikt genomen niet meer aan de eis van nieuwheid. In de praktijk hoeft zo’n incident niet altijd desastreuze gevolgen te hebben voor de octrooieerbaarheid van uw vinding. Het is echter belangrijk dit soort situaties te voorkomen en voorzichtigheid te betrachten als het (buitenshuis) testen van een prototype echt noodzakelijk is.

Dat uw uitvinding nieuw moet zijn, houdt niet in dat de uitvinding niet mag bestaan uit een combinatie van maatregelen die allen reeds bekend waren. Het gaat er in zo’n geval om dat de combinatie van maatregelen voor hetgeen ermee bereikt wordt nieuw is.

In de post van volgende maand zullen we ingaan op het begrip ‘inventiviteit’ in relatie tot octrooieerbaarheid.

Goede voornemens

Allereerst wensen wij eenieder een voorspoedig en vooral gezond 2010.

Velen van ons gaan een nieuw kalenderjaar in met diverse goede voornemens. Dikwijls gaat het om het voornemen te stoppen met roken, het voornemen om af te slanken, enz.

Wij merken dat uitvinders en mensen met goede ideeën het begin van een nieuw jaar ook vaak aangrijpen om met hernieuwde energie aan hun vindingen of goede ideeën te gaan werken.

Zolang het slechts een goed idee betreft, moet de bedenker eerst het nodige werk verzetten om er een vinding van te maken. Hij/zij zal het idee moeten omzetten in een nieuw, inventief (= voor een vakman niet voor de hand liggend) en ‘industrieel’ toepasbaar product of proces. Het is raadzaam, voordat met dat traject wordt gestart, goed in de octrooiliteratuur (en andere bronnen) te zoeken of het beoogde product of de beoogde werkwijze echt nieuw is. Dit kan veel tijdsverspilling voorkomen.

Als dit gehele traject succesvol wordt doorlopen, resulteert dat uiteindelijk in een vinding. Voordat  het vercommercialiseren van de uitvinding kan beginnen, rest dan nog het beschermen van de vinding. Voor echte vindingen is een adequate bescherming normaliter slechts te bewerkstelligen door de indiening van een octrooiaanvraag.

Vanwege de kosten van het laten opstellen en indienen van een octrooiaanvraag wordt juist deze zo belangrijke stap door uitvinders vaak achterwege gelaten. Zij gaan onbeschermd met hun vinding de boer op en niet zelden raken zij daardoor hun vinding kwijt of verspelen zij de kans om in een latere fase alsnog octrooi aan te vragen.

Als u dit weblogbericht leest, hebt u de website van Licentor reeds gevonden en weet u inmiddels dus ook dat wij voor u dikwijls voor ongeveer een kwart van de gebruikelijke kosten een Nederlandse octrooiaanvraag kunnen opstellen. De kosten zijn hiermee dus ook geen reden meer voor uitstel of afstel van een goede bescherming van uw vinding.

Bescherm uw uitvinding

Onlangs werd ik gebeld door iemand die vertelde dat hij in een winkel liep en een nieuw product zag dat hij naar eigen zeggen “4 jaar geleden al had uitgevonden”. Hij had het idee voor zijn product destijds bij een notaris gedeponeerd en nu werd het zoals hij verontwaardigd zei: “zonder toestemming door een bedrijf geproduceerd en verkocht”. Zijn vraag was wat hij daartegen kon doen en of hij op basis van het notarieel depot nog met terugwerkende kracht octrooi zou kunnen krijgen?

Mijn antwoord kon kort zijn: Nee.

Uitvindingen, zoals die van de bovengenoemde persoon, kunnen uitsluitend adequaat worden beschermd door middel van een octrooi. Een notarieel depot biedt in Nederland en andere Europese landen in dit geval geen enkele bescherming. Voor deze landen geldt, dat (mits de vinding nieuw, inventief en industrieel toepasbaar is) het octrooi toekomt aan degene die als eerste een octrooiaanvraag indient. Dit noemt men het “first to file” principe.

In de Verenigde Staten geldt het “first to invent” uitgangspunt. Daar kan degene, die kan aantonen dat hij iets als eerste heeft bedacht, aanspraak maken op de octrooirechten. In de Verenigde Staten zijn acties zoals het bij een notaris deponeren van een productidee dus wel zinvol.

Als u een uitvinding heeft gedaan en deze vinding naar uw mening tot een, vanuit commercieel oogpunt, kansrijk product kan leiden, dan is het verstandig uw vinding door middel van indiening van een octrooiaanvraag te beschermen.

Mits uw uitvinding nieuw, inventief en industrieel toepasbaar is, is uw vinding beschermd vanaf de dag waarop de octrooiaanvraag (of patentaanvraag, hetgeen hetzelfde is als octrooiaanvraag) door Octrooicentrum Nederland wordt ontvangen.